Deze vierpersoons railauto van Simplex uit Amsterdam heeft, samen met twee andere exemplaren, ooit dienstgedaan op het uitgebreide smalspoornetwerk van de Leidsche Duinwater Maatschappij (LDM). Ze werden gebruikt voor inspectie en onderhoud van de pompputten en voor de jacht. Ze werd in 1916 nieuw aangeschaft en verving een ander exemplaar dat in of na 1907 was geleverd. Bij de LDM kreeg deze railauto, na afvoer van het eerste exemplaar, het nummer 1.
Het zijn de enige railauto’s die in Nederland bewaard zijn gebleven. Beide railauto’s zijn gerestaureerd en hebben weer het uiterlijk zoals ze ooit door Simplex zijn afgeleverd. Dat was een open uitvoering.
In het midden van de railauto staat een grote radiateur. Daarachter bevindt zich de benzinetank. De railauto is voorzien van een koppeling en een tweeversnellingsbak met ingebouwde keerkoppeling. Er is een handrem die bediend wordt door een groot rond handwiel. Als bedrijfsrem is een remtrommel aangebracht op de prise-as van de versnellingsbak.

Simplex verkocht haar railauto’s vooral naar Nederlands-Indië, waar ze dienst deden op de uitgebreide smalspoornetten van de plantages. Ze werden gebruikt door opzichters maar ook om kinderen naar school te brengen en voor het transport van gewonden. Bij de bosspoorweg van Cepu op Midden-Java en op de Suikerfabrieken Djatiroto en Semboro op Oost-Java bevinden zich nog identieke exemplaren.