Geschiedenis

Smalspoor een vergeten vorm van transport

In de eerste helft van de vorige eeuw speelde smalspoor, een verzamelnaam voor spoorwegen met een spoorwijdte kleiner dan die waarop NS rijdt, een belangrijke rol in het vervoer van mens en product. Door heel Nederland lagen tramlijntjes die het platteland ontsloten en in tal van bedrijven zorgde het smalspoor voor het vervoer van grondstoffen en eindproducten.
Een goed voorbeeld daarvan was de aannemerij. Bij wegen, dijken en kanalen in aanleg werd het beeld bepaald door grote aantallen stoomlocomotieven die met lange rijen kipwagens zand aan- of juist afvoerden. Grote aannemers hadden vaak tientallen locomotieven in eigendom, honderden kipwagens en ontelbare kilometers spoor. Er bestonden zelfs speciale bedrijven die locomotieven en rollend materieel verhuurden. Ook in andere bedrijfstakken speelde het smalspoor een grote rol. Bij papier- en machinefabrieken, bij waterleidingbedrijven, bij veenderijen en tuinderijen en onder- en bovengronds bij de Limburgse mijnen; zonder uitzondering zorgden de kleine locomotieven met hun trein van vaak speciaal ontworpen wagens voor prestaties van formaat. Feitelijk was het smalspoor de allereerste vorm van zwaar transport.

Maar dat is lang geleden. De meeste stoomtrammetjes legden het al snel af tegen de autobus. En in de jaren ’60 verdween de laatste tramlijn. Het industriële smalspoor hield het langer vol. Op veel steenfabrieken werden de stoomlocs nog vervangen door diesellocomotieven. Maar inmiddels is ook daar de inzet van smalspoor voltooid verleden tijd.

Ontstaan van de collectie

Wanneer iets, dat in het verleden zo gewoon was, dreigt te verdwijnen, zijn er altijd wel liefhebbers die met vereende krachten proberen de laatste exemplaren te redden. Zo ook op smalspoorgebied. In 1970 werd de Nederlandse Smalspoorweg Stichting (NSS) opgericht. Net op tijd om de laatste stoomlocomotieven in veiligheid te kunnen brengen, ruim op tijd om nog een respectabele collectie op te bouwen van wat hier ooit aan diesellocomotieven en rollend materieel heeft dienst gedaan.
Vanaf het begin hebben we dit materieel in werkende conditie aan het publiek willen tonen. Immers, één locomotief onder stoom spreekt meer aan dan tien stilstaande. Gelukkig was dat mogelijk. In de duinen bij Katwijk lag het smalspoornet van de Leidsche Duinwater Maatschappij (LDM). Op dat net hebben we vanaf 1973 gereden en kon je ‘s zomers hijgende en puffende stoomlocomotieven tegenkomen die met veel moeite hun lange, vaak overvolle trein door de duinen zeulden.

Van Katwijk naar Valkenburg

De verzameling groeide gestaag en paste al snel niet meer in onze loods op het Leidse Duinwater Maatschappij (LDM)-terrein. Omdat bovendien de collectie foto’s, boeken en oude gereedschappen zich steeds verder uitbreidde, werd het idee geboren een smalspoormuseum in te richten. In dat museum zou het oude smalspoorbedrijf in al zijn facetten weer tot leven moeten komen. Die mogelijkheid kregen we op een terrein aan het Valkenburgse Meer. In augustus 1992 reden we voor het laatst door de duinen, waarna de grote verhuizing naar Valkenburg plaatsvond. Ook dat is inmiddels alweer lang geleden. In die tijd hebben we veel gedaan. Via het oude station loop je naar het buitenmuseum waar je de sfeer van vroeger proeft, ruikt en ziet. Met IZI-app, die je gratis kunt installeren op je smartphone of tablet, kun je alle gebouwen en hun inrichting ontdekken. De stoomtrein rijdt tegenwoordig rondom het gehele Valkenburgse Meer. Een antieke dieseltrein brengt je met een tussenstop bij het museumdepot en weer terug bij het station. Het binnenmuseum is in 2021-2022 opnieuw ingericht en uitgebreid. Er is een expositie over smalspoor ingericht op de bovenverdieping. Beneden, tussen de oude locomotieven, rijtuigen en goederenwagens, is een gezellig plein waar je kunt genieten van een vers kopje koffie met wat lekkers. In de bioscoopzaal kun je de geschiedenis van ons museum bekijken. De grote kidscorner in het museum is dé troef voor de (klein)kinderen. Zij kunnen hier uren spelen. Onze collectie is in deze jaren enorm uitgebreid en behoort nu tot de grootste ter wereld.

Heden en toekomst

Maar … we blijven bezig om het museum nog aantrekkelijker te maken voor onze bezoekers en de collectie verder uit te breiden. In 2024 komen twee stoomlocomotieven en twee motorlocomotieven weer uit de werkplaats. Onze vrijwilligers hebben deze locomotieven deskundig gerestaureerd zodat ze weer jarenlang rijdend aan het publiek kunnen worden getoond. In het museum is een tweede gevel tegen de muur gebouwd om het dorpsplein verder te completeren. Het meeste werk gaat de komende jaren zitten in de ontwikkeling van het doe- en ontdekpark als uitbreiding van ons bestaande buitenmuseum. Dit wordt een plek waarin voor onze jongste bezoekers het doen en ontdekken centraal staat. Daarmee wordt het museum nog aantrekkelijker voor kinderen.

 

Vragen? Mail of bel ons gerust.