Motorloc 74

In november 2003 konden we deze Spoorijzer RT11 aan onze collectie toegevoegen. Deze locomotief met fabrieksnummer 001 hoort, anders dan je zou verwachten, tot de laatste serie door Spoorijzer gebouwde railtractoren in 1966. Dat waren er minstens zes, want er is ook een fabrieksnummer 006 bekend.
Onze locomotief heeft dienst gedaan bij Aannemersbedrijf Dirk Verstoep op de werf in Gouderak. Bij de sluiting van de werf in Gouderak zijn de meeste daar aanwezige locomotieven voor sloop verkocht aan metaalhandel Dukongo in Gouderak, maar de 001 verhuisde mee naar de materialenwerf van Dirk Verstoep, later NBM-Amstelland in Gorinchem. De loc werd in de herfst van 1991 voor het laatst ingezet bij de bouw van een steunmuur bij de spoorwegwerken tussen Utrecht-CS en Utrecht-Overvecht. ‘s Nachts en in het weekeinde overnachtte ze in een container. De locomotief had toen al de rood-wit-blauwe beschildering. De loc is samen met twee schamelwagens in 2003 aan onze collectie toegevoegd.
Anders dan de meeste andere railtractoren heeft ze een versnellingsbak van het Duitse bedrijf Prometheus. De motor is van Farymann. Ook is de voor- en achterplaat van het frame veel zwaarder uitgevoerd dan bij de oudere railtractoren, waardoor de buffer licht kon blijven. En tot slot heeft deze loc gaten in het frame, wat het nastellen van de remmen makkelijk maakt. Bij alle eerdere modellen ontbraken die en moesten de buitenmonteurs van Spoorijzer, als er geen verhoogd spoor of werkput was, de loc opbokken of een kuil onder het spoor graven.

Een lichte diesellocomotief met grote trekkracht …. Dat was de inleidende zin van een mailing die Spoorijzer op 13 juni 1952 aan haar klanten zond. Onderwerp was de RT8, waarbij RT staat voor railtractor. Spoorijzer had de verwachting dat er in de markt behoefte was aan een dergelijke locomotief: Wij menen, dat deze railtractor op vele fabrieken, veenderijen en andere industrieën in een bestaande behoefte zal voorzien. En … dat bleek te kloppen. Van de RT werden er in de loop der jaren zo’n 130 stuks verkocht. In de baksteenindustrie vervingen ze de paarden die op dat moment nog de trekkracht waren om de lorries met groenlingen (net gevormde stenen) naar de haaghutten te brengen waar de stenen in de buitenlucht werden gedroogd. Speciaal voor dit doel kreeg de loc ook een korte radstand van 600 mm, zodat ze in haar geheel op de kleine draaischijfjes paste, die rond de haaghutten veel werden gebruikt.

Spoorijzer ontwikkelde in de loop der jaren een drietal types van de RT. Men startte in 1952 met de RT8. De motor leverde 8 pk bij 1500 toeren/min. Een variant was de RT10. Dit was een RT8, waarvan de motor op 1750 toeren/min was afgesteld en die daarom kortstondig 10 pk kon leveren. Beide locomotieven hadden een watergekoelde motor van Farymann met verdampingskoeling. Die koeling verbruikte één liter water per pk per uur! De machinist van een RT10 moest dus per uur tien liter water bijvullen (ongeveer een emmer vol). Tegen meerprijs leverde Spoorijzer een omloopkoeling met een extra reservoir. De watercirculatie verminderde het ongemak van het vele bijvullen.
Vanaf 1957 maakte de RT10 plaats voor de RT11. De motor van de RT11 leverde dankzij een grotere boring 11 pk bij 1500 toeren/min. Een RT11 was ook zwaarder dan een RT8 of een RT10, uitsluitend overigens door het gebruik van zwaardere bufferblokken. Vanaf circa 1957 leverde Farymann ook luchtgekoelde motoren. Doordat de introductie van de RT11 vrijwel gelijktijdig plaatsvond met de die van de luchtgekoelde Farymann-motoren, is de RT11 bijna uitsluitend geleverd met luchtgekoelde motoren.
Met uitzondering van de laatste serie (001 – 006), die een Prometheus-versnellingsbak hadden, waren alle railtractoren uitgevoerd met een versnellingsbak van Bierens uit Tilburg.

De frames van alle Railtractoren waren identiek. Er werden meestal series van circa twaalf stuks aangemaakt. Spoorijzer hield motoren, versnellingsbakken en buffers van de verschillende types op voorraad, zodat binnen enkele dagen na bestelling geleverd kon worden. De Railtractoren hadden aanvankelijk alleen een motorkap; later kwamen er ook zijpanelen. Als extra was een cabine leverbaar.

Technische gegevens
Fabrikant: Spoorijzer Delft
Fabrieksnummer: 001
Bouwjaar: 1966
Type: RT11
Motor: Farymann LG, eencilinder, viertakt, luchtgekoelde dieselmotor
Vermogen: 11 pk
Spoorwijdte: 700 mm
Lengte over de buffers: 1900 mm
Grootste breedte: 1110 mm
Maximale hoogte: 1150 mm
Gewicht dienstvaardig: 2200 kg
Maximum snelheid: 10 km/h
Huidige staat: rijvaardig