Motorloc 30
Van deze locomotief van het type EL 110 heeft Jung er tussen 1934 en 1956 in totaal zo’n 760 gefabriceerd, waarvan verreweg de meeste voor de Tweede Wereldoorlog. Via importeur Oving kwamen er 56 naar Nederland. De EL110 is gedurende de jaren dat ze in productie was, alleen uiterlijk aangepast, waarbij het frame en de motorkap werden verlengd. De laatste aanpassing vond plaats in 1938. Onder die motorkap bleef alles hetzelfde en zat in de allerlaatste EL110 nog steeds de zelfde tweetakt SE110-motor als in de eerste die werd geleverd op 15 mei 1934.
In 1963 verkoopt Jung de laatste drie EL110’s. Ze zijn nog afkomstig uit de voorraad die Jung al midden jaren ’50 heeft gebouwd. Bij 10 exemplaren staat in de fabriekslijst geen afnemer vermeld. Dat maakt het aannemelijk dat ze niet zijn verkocht, maar zijn gesloopt zonder ook maar een kilometer te hebben gereden.
Onze locomotief is gebouwd in 1954 en heeft, totdat ze in 1987 naar ons kwam, deel uitgemaakt van het verhuurpark van Oving. Oving Spoor (later ODS) behoorde samen met Spoorijzer Delft en IVB uit Zwolle tot de grotere verhuurbedrijven van smalspoormaterieel. In de jaren ’50 neemt Oving, vrijwel als enige, nog tientallen locs af van Jung, voornamelijk EL110’s en ZL 114’s die worden toegevoegd aan het verhuurpark. Er is dan nog veel werk. Maar in de zeventiger jaren loopt dat hard terug en schakelen aannemers voor hun transportbehoefte massaal over op de vrachtwagen. Voor Oving reden om locs af te stoten. In 1987 komen zo de eerste zes locomotieven (nrs. 30 – 35) bij ons terecht. In 1988 beschikt Oving overigens nog over 50 locomotieven, maar door de steeds verder teruglopende vraag naar locomotieven, spoor en kipwagens, staan die meer stil dan dat ze rijden. In 1995 stopt men met het verhuurbedrijf en vinden de laatste nog aanwezige locs hun weg naar musea en particuliere verzamelaars.
Arnold Jung en Christian Staimer richten in 1885 in Jungenthal hun locomotieffabriek op. In dat jaar leveren ze ook hun eerste stoomlocomotief af, een smalspoorloc. Na het overlijden van Staimer in 1888 gaat Jung alleen verder en bouwt hij de fabriek uit tot een van de grotere locomotieffabrieken van Duitsland. In 1927 begint Jung met de bouw van diesellocomotieven. Kenmerkend voor vrijwel alle smalspoorlocs van Jung zijn de tweetaktmotoren. Dergelijke motoren hebben maar heel weinig bewegende delen en zijn daardoor zeer betrouwbaar. In 1987 worden de laatste locomotieven geleverd: twee mijnlocomotieven voor Polen. Er zijn dan bijna 13.000 locomotieven gefabriceerd. In 1993 wordt de fabriek gesloten.
Technische gegevens
Fabrikant: Arnold Jung, Jungenthal (D)
Fabrieksnummer: 11869
Bouwjaar: 1955
Type: EL110
Motor: eencilinder, tweetakt, watergekoelde dieselmotor
Vermogen: 12 pk
Spoorwijdte: 700 mm
Lengte over de buffers: 2930 mm
Grootste breedte: 1127 mm
Maximale hoogte: 1395 mm
Gewicht dienstvaardig: 4000 kg
Maximum snelheid: 13 km/h
Huidige staat: rijvaardig
Nationaal Register voor Mobiel Erfgoed: C-status